Adres:Lange Nieuwstraat 172, Tilburg
Bouwjaar:1884
Restauratie architect:Buro van Stigt
Oorspronkelijke architectOnbekend
Opdrachtgever:Gemeente Tilburg, Monumenten Fonds Brabant
Bouwbedrijf:Aannemingsbedrijf Nico de Bont B.V.
Start bouw:2009
Jaar van oplevering:2010
Bijzonderheden:t.b.a.

Publicaties/video

  • publicatie
  • publicatie
  • publicatie

Stoomketelfabriek Deprez

Deprez, een pilot voor de “Spoorzone”

De “Spoorzone” is het hele gebied rondom het station van Tilburg. Een groot industrieel terrein met industrieel erfgoed met veel potentie voor de toekomst.

De renovatie van de voormalige stoomketelfabriek is een pilot voor de gehele Spoorzone en het is de bedoeling dat in het nieuwe gebruik het de poort wordt naar het gehele gebied, huiskamer en ontmoetingsruimte, de verbinding tussen de Spoorzone, Stationsgebied en achterliggende woonwijk.

De voormalige stoomketelfabriek is in 1884 door de Antwerpse gebroeders Deprez gebouwd en is een enorme stimulans geweest voor de industriële ontwikkeling van Tilburg als textielstad. De architectuur van de voorgevel, sheddaken en draagconstructie geven het gebouw een typische fabrieksarchitectuur.

Het gebouw verkeerde na jaren van achterstallig onderhoud in matige staat en restauratie in combinatie met renovatie en hergebruik bleek noodzakelijk voor het voorbestaan ervan. De provincie stelde een substantiële subsidie van €500.000 in het vooruitzicht mits het gebouw een gemeentelijke monumentenstatus zou krijgen.

De typische fabrieksarchitectuur van de voorgevel, sheddaken en draagconstructie sluit aan bij de architectuur van de nabij gelegen NS Werkplaats, waarvan delen ook industrieel erfgoed behouden zijn. Het Deprez gebouw is één van de laatste voorbeelden van historische bedrijfsgebouwen nabij de binnenstad van Tilburg.

Het gehele proces is in samenwerking uitgevoerd door Ben Massop (BBM) en aannemersbedrijf Nico de Bont B.V. Niet alleen zijn de sheddaken opgeknapt, ook al het kapotte metselwerk en de kozijnen zijn hersteld, de goten vernieuwd en de spanten geconserveerd. Aan de binnenzijde zijn op zeven niveaus van vloeren aangebracht die met trappen en loopbruggen bereikbaar zijn.

Als “werkend hart” is het gebouw een voorbeeld om te laten zien hoe flexibel monumenten kunnen zijn, hoe economisch en nieuw gebruik mogelijk is en dat restauratie meer is dan alleen herstel van het gebouw.